Call voor onderzoek - Bewaken en Beveiligen - 2025-2026
Het onderzoeksproject Bewaken en Beveiligen van de Universiteit Leiden zet zich in voor de ontwikkeling van een wetenschappelijke schil rond het Nederlandse stelsel Bewaken en Beveiligen. Het uiteindelijke doel van de investeringen in de wetenschappelijke schil en de strategische onderzoeksagenda is het genereren van nieuwe inzichten en kennis die kunnen helpen om het beleid en de praktijk van bewaken en beveiligen verder te versterken en verbeteren. De uitkomsten van onderzoek kunnen tevens gebruikt worden voor professionele trainingen en opleidingen.
Met de jaarlijkse Call nodigen wij onderzoeks- en onderwijsinstellingen uit om voorstellen in te dienen die bijdragen aan de kennisborging, innovatie en versterking van het stelsel Bewaken en Beveiligen. De Strategische Onderzoeksagenda Bewaken en Beveiligen (2023–2027) vormt het uitgangspunt voor deze Call. Met het oog op de doorwerking van onderzoek wordt ieder jaar, na overleg met de belangrijkste stakeholders – experts en beleidsmakers van de stelselpartners – een aantal specifieke thema’s geselecteerd die het meeste spelen en waar concrete onderzoeksvragen naar zijn. Hieronder presenteren we de drie thema’s waarop we in de call voor 2025-2026 specifieke aandacht voor vragen: statelijke dreiging, geweld tegen vrouwen en femicide, en het in de meerjarige onderzoeksagenda genoemde hoofdthema ‘technologie & innovatie’.
Thema statelijke dreiging
De dreiging van statelijke actoren tegen personen, objecten en diensten in Nederland krijgt steeds meer publieke en politieke aandacht. Denk aan (vermeende) digitale en fysieke sabotageacties vanuit Rusland en de bedreiging van diasporagemeenschappen vanuit hun land van herkomst. Voorbeelden van dergelijke gemeenschappen die te maken hebben met geweld en intimidatie zijn Iraniërs, Eritreeërs en Chinezen. Rond de dreiging van statelijke actoren en andere vormen van ongewenste buitenlandse inmenging zijn veel vragen: niet alleen onder het publiek, maar ook onder (lokale) professionals die hiermee op directe of indirecte manier mee te maken krijgen.
In deze call zijn we geïnteresseerd in onderzoeksvoorstellen naar de modus operandi van buitenlandse actoren die zich schuldig maken aan ongewenste buitenlandse inmenging in Nederland. Welke vormen en doelwit categorieën zijn daarbij te onderscheiden? Specifiek wordt aandacht gevraagd voor de rol van nieuwe (digitale) technologieën om deze inmenging vorm te geven. Daarnaast is er behoefte aan beter zicht op de doelwitten zelf: om wie gaat het, hoe worden deze bedreigd en waarom? Tot slot is er behoefte aan onderzoek dat inzicht biedt in de praktijk van het omgaan met bedreigde (leden van) diaspora’s: wat zijn best practices op dit gebied op lokaal of op nationaal niveau. Een belangrijke vraag daarbij is ook; hoe kan überhaupt worden onderkend dat een bepaalde dreiging afkomstig is vanuit een staat en niet – bijvoorbeeld – het criminele milieu of de relationele sfeer? Voor het thema statelijke dreiging geldt dat het waardevol kan zijn om te kijken hoe de hier beschreven thema’s elders in Europa spelen.
Thema geweld tegen vrouwen/femicide
Het thema geweld tegen vrouwen/femicide valt deels onder het hoofdthema’s ‘dreiging en daders’ en ‘impact op personen, organisaties en maatschappij’ van de meerjarige strategische agenda. Daarin wordt de behoefte beschreven meer te weten over de aard en omvang van dreigingen en de manier waarop deze door de maatschappij en de politiek worden gepercipieerd. Welke vormen van geweld tegen vrouwen manifesteren zich de laatste jaren, wat is de achtergrond van de daders en wat is de impact op de bedreigede personen en de samenleving? Wordt geweld tegen vrouwen gezien als een probleem binnen de relationele sfeer of als een structureel probleem dat de democratische rechtstaat ondermijnt? Het afgelopen jaar hebben verschillende (lokale) politieke partijen gewezen op mogelijke ideologieën achter (bepaalde vormen van) geweld tegen vrouwen. Ook in het wetenschappelijk debat zijn er stemmen die misogynie als een vorm van extremisme bestempelen.
We zijn geïnteresseerd in onderzoeksvoorstellen die kijken naar de aard en achtergrond van geweld tegen vrouwen en de impact daarvan. Hoe wordt hier in de Nederlandse samenleving en de media over gecommuniceerd? Wat zijn de kenmerken van het maatschappelijke debat rond deze dreiging en is deze vergelijkbaar met andere debatten rond andere vormen van dreiging en geweld? Daarnaast verwelkomen we onderzoeksvoorstellen die specifiek kijken wat deze dreiging betekent voor het stelsel bewaken en beveiligen en de inzet van ketenpartners en de samenwerking tussen relevante partijen. Wat zijn best practices op het terrein van de aanpak van deze dreiging? Ook voor het thema geweld tegen vrouwen en femicide geldt dat het waardevol kan zijn om te kijken hoe dit elders in Europa speelt, hoe het wordt getypeerd en op welke wijzen het wordt aangepakt.
Thema technologie & innovatie
Technologie speelt een belangrijke rol in het werk van stelselpartners. Informatietechnologie en sensoren zoals slimme camera’s zijn bijvoorbeeld krachtige hulpmiddelen. Maar de snelle ontwikkelingen op technologisch vlak kunnen het stelsel ook confronteren met nieuwe uitdagingen. In een eerdere call is hierin de rol van AI aan bod gekomen. Ditmaal ligt de nadruk op drones. Het voortdurende conflict in Oekraïne heeft de rol van drones als wapensystemen in interstatelijke conflicten onderstreept. Maar ook criminelen en terroristen kunnen deze technologie inzetten. Vanuit het stelsel is er interesse in de manieren waarop anti-drone technologie zou kunnen worden ingezet om deze dreiging te pareren. Welke middelen bestaan er, hoe effectief zijn deze, en kan in de voortdurende wapenwedloop tussen drone en anti-drone technologie een toekomstbestendige oplossing worden geïdentificeerd?
Daarnaast zijn we benieuwd naar ervaringen met de implementatie van technologische innovaties in bredere zin. Hoe weten nieuwe kennis en inzichten hun weg te vinden in de dagelijkse praktijk en welke praktische, juridische en ethische zaken staan een snelle implementatie in het stelsel en adaptatie in de uitvoering in de weg? Hierbij kan anti-drone technologie als uitgangspunt genomen worden, maar voorstellen met een breder perspectief worden ook aangemoedigd. Gekoppeld hieraan zijn we geïnteresseerd in antwoorden op de vraag hoe de innovatie- en ontwikkelkracht van stelselpartners gestimuleerd kan worden. Wat zijn goede praktijkervaringen op dit gebied en wat kunnen we leren van andere overheidssectoren, de private sector en ervaringen in het buitenland als het gaat om innovaties en de implementatie daarvan?
Reageren
U wordt uitgenodigd om onderzoeksideeën in te dienen die voorzien in de hiervoor beschreven onderzoeksbehoefte. Onderzoeksideeën op andere thema’s van de Strategische Onderzoeksagenda Bewaken en Beveiligen worden ook geaccepteerd, wel is aansluiting bij het thema van deze call een belangrijke factor bij de verdeling van onderzoeksgelden.
Binnen de call 2025 is in totaal 100.000 Euro beschikbaar. Het maximaal beschikbare budget is 50.000 Euro per projectvoorstel, maar kleinere voorstellen zijn welkom. De maximale looptijd per aangevraagd project is 1 jaar. Er wordt gestreefd naar een start op of rond 1 januari 2026. Projectaanvragen moeten tenminste bestaan uit: 1) Een inhoudelijke projectbeschrijving (maximaal 4 pagina’s exclusief eventuele literatuurlijst), 2) een begroting met korte toelichting (maximaal 2 pagina’s), 3) een projectplanning met toelichting (loopduur, deliverables, teamleden, maximaal 2 pagina's), 4) een literatuurlijst (maximaal 2 pagina’s), en 5) beknopte CV’s van de betrokken onderzoekers. Het geheel mag niet meer dan 15 pagina’s in beslag nemen (Times New Roman #12, regelafstand 1.15). Voorstellen die voorzien in een directe overdracht van bevindingen naar relevante professionals worden aangemoedigd.
Voorstellen kunnen tot 1 november 2025 worden ingediend. Het projectteam streeft ernaar om de selectieprocedure binnen een maand af te ronden.
Op de website van Universiteit Leiden is alle informatie over de Call terug te vinden.